Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Die Mij den [52]nek hebben toegekeerd en niet het aangezicht; hoewel Ik hen leerde, [53]vroeg op zijnde en lerende, evenwel hoorden zij niet, om [54]tucht aan te nemen; 52. Zie boven hfdst.2 vs.27. 53. Zie boven hfdst.7 vs.13. 54. Zie Spreuk.1:2, enz.